Sensoren integreren

Er zijn verschillende methoden om data van sensoren naar een centrale plek (bijvoorbeeld een server of de Cloud) te verzenden voor opslag en verwerking. In deze handleiding zijn de verschillende sensoren die nu ondersteund worden gedocumenteerd. Afhankelijk van het merk en type sensor zijn er diverse stappen voor het toevoegen van sensoren aan de database. Bestaande oplossingen worden in de documentatie beschreven. 

Stappenplan Sensoren

1. Overzicht
sensoren

Bestaande sensoren met handleidingen en aankoop mogelijkheden. 

2. Aanleveren gegevens

Aanleveren project gegevens voor data verwerking en opslag.

3. Sensor identificatie

Sensor identificatie van ondersteunde sensoren.

Overzicht sensoren

Huidig ondersteunde sensoren met handleiding en leveranciersinformatie.
Merk Type Toepassing Categorie Handleiding Aanbieder

Aanleveren gegevens

Om sensoren correct in de database op te nemen, moeten tijdens de installatie enkele gegevens worden genoteerd en aangeleverd aan de databeheerder.

Stap 1. Aanleveren gegevens

1.  Naam van het project
2. Naam van de organisatie
3. Merk en type sensor(en)
4. Exacte locatie van de sensor(en)
5. Installatiedatum
6. Looptijd project
7. Sensor identificatie (afhankelijk van type sensor zie sensor identificatie)

De template kan gebruikt worden om de gegeven op een correcte manier aan te leveren. 

Sensor identificatie

Stap 2. Sensor identificeren
Voor het integreren van de sensoren dient een sensor identificatie aangeleverd te worden, dit is afhankelijk van het soort sensor een of meerdere codes die het apparaat identificeren. Een voorbeeld zijn sensoren met LoRaWAN waarbij een DEV EUI, APP EUI en APP KEY benodigd zijn.

Deze identificatie kan per merk verschillen, voor het toevoegen van sensoren verzoeken wij de bestaande sensor handleidingen te controleren. Staat de sensor die u wilt toevoegen hier niet tussen neem dan contact op met de beheerder om de mogelijkheden te bespreken.

Lorawan voorbeeld

Gateway

Gateways fungeren als tussenstation tussen sensoren en een netwerk zoals
een router als een tussenstation tussen u telefoon en het internet fungeert. In veel gevallen is een betrouwbaar netwerk voor de sensoren niet beschikbaar en dient een gateway aangeschaft the worden. In de documentatie wordt enkel ingegaan op het LoRaWAN netwerk. Heeft u WIFI of LTE sensoren dan kunt u zelf een WIFI router en/of simkaart aankopen.

Stap 3. LoRaWAN & The Things Network (TTN) 
Voor de configuratie van een LoRaWAN gateway kunt u de handleiding raadplegen.

Connectiviteit sensoren

Gebruikelijke communicatiemethoden van sensoren worden benoemd, waarbij zowel bedraden als draadloze technologieën aan bod komen.
Analoog

Een analoge sensor genereert een continu signaal dat de gemeten waarde vertegenwoordigt. Voorbeeld: voor bodemvochtigheid kan de spanning variëren tussen 0 en 5V, afhankelijk van de hoeveelheid vocht. Deze spanning wordt door een computer, microcontroller of andere hardware (zoals een Arduino of Raspberry Pi) omgezet naar digitale gegevens via een Analog-to-Digital Converter (ADC). Een microcontroller wordt gebruikt om de analoge sensor uit te lezen. Dit kan als een fysieke weergave worden getoond doormiddel van bijvoorbeeld een schermpje.

Bluetooth

Bluetooth wordt vaak gebruikt voor de korte afstandscommunicatie tussen sensoren en een basisstation, zoals een smartphone of microcontroller. Sensoren die werken met Bluetooth worden vaak gebruikt voor configuratie of korte termijn dataverzameling. De sensor verstuurt data via Bluetooth naar een nabijgelegen apparaat, dat vervolgens als gateway fungeert om de data verder te verzenden via een ander protocol zoals WiFi, LTE, of LoRa.

LORA (Iot)

LoRa is een long-range, low-power draadloze communicatie technologie die vooral wordt gebruikt voor IoT-sensoren in omgevingen waar geen WiFi of mobiele netwerken beschikbaar zijn. LoRa werkt via lage radiofrequenties en is vooral geschikt voor sensoren die kleine hoeveelheden data versturen over lange afstanden. De sensor verstuurt data via een LoRa-module naar een LoRa Gateway. Deze gateway stuurt de data naar een cloudserver, zoals The Things Network (TTN), waar de data tijdelijk wordt opgeslagen.

WIFI

WiFi is een veelgebruikte communicatiemethode. Sensoren met WiFi-functionaliteit kunnen data via het internet versturen naar een server/Cloud omgeving. De sensor maakt verbinding met een WiFi-module die gegevens verzend via het TCP/IP-protocol. Data wordt vaak verstuurd via HTTP(S), WebSocket, of MQTT. De meeste sensoren sturen hun data naar een specifiek endpoint (zoals een URL).
Als de sensor data naar een HTTP(S)-endpoint stuurt is er vaak een platform waar de data ingezien kan worden. Het is afhankelijk van het merk of dat de data openbaar wordt gesteld buiten eigen applicatie. Van belang dat het merk toegang geeft aan partijen om deze data buiten eigen applicatie te gebruiken. Dit kan worden terug gevonden op de website van het merk of door contact op te nemen met de verkoper.

LTE/4G

LTE en 4G worden steeds populairder voor IoT-sensoren vanwege de wijdverspreide netwerkdekking. Net als mobiele telefoons kunnen sensoren hun data via mobiele netwerken naar een server of cloud sturen. De sensor heeft een SIM-kaart en maakt verbinding met het 4G/LTE-netwerk. De data wordt vaak verstuurd via HTTP(S) of via MQTT.